Nationalisme

 

 

 

door: Tobias, Maurits, Pip & Sterre

Klas:   V2A

 

 

 

Geschiedenis PO:

 

Vraag 1: in welk land en welke stad is nationalisme ontstaan?

Onze sociale stroming is nationalisme. Deze vorm is in Parijs in Frankrijk ontstaan en is begonnen tijdens de Franse revolutie.

Vraag 2: wat wil de stroming bereiken?

  1. Dat de monarchie werd afgeschaft. Doordat er veel mensen in beweging kwamen, dankzij nationalisme, kwam er een opstand in 1789. Veel mensen vonden dit het begin van de Franse revolutie, omdat de Bastille toen bestormd werd. Wij vinden dat dit bereikt is, omdat de monarchie uiteindelijk is afgeschaft. Dit heeft allemaal plaats gevonden, omdat er voor de Franse revolutie enorm veel verschil was tussen de verschillende standen en mensen.
  2. Dat er minder onderscheid kwam tussen de verschillende standen. De eerste en de tweede stand hadden heel veel voordelen, zoals geen belasting betalen en iets te zeggen hebben in het bestuur. Natuurlijk was het volk het hier niet mee eens en ontstond er nationalisme. Uiteindelijk is het doel behaald, want er kwam een grondwet en er was minder onderscheid tussen de standen. De aanleiding tot de opstand hiervoor was dat het gewoon heel erg oneerlijk was en dat alleen de mensen die het goed hadden iets in de regering van het land te zeggen hadden.
  3. Het koninklijk paar van de kroon stoten. Dit was een doel omdat Lodewijk en Marie-Antionette erg slecht bekend stonden. Ze gaven veel geld uit aan overbodige luxe en veel en vet eten, terwijl veel andere in het land honger leden. Ook had Marie-Antionette veel gokschulden. Dit doel is uiteindelijk ook gelukt, want het paar is uiteindelijk onthoofd. Een reden hiervan is dat vele mensen het paar slechte vorsten vonden.

 

Vraag 3: Wie waren de belangrijkste (internationale) personen, de leiders van de ‘stroming’? Wat hebben ze gedaan dat ze als leider(s) van de stroming worden gezien? Beschrijf de acties van deze personen.

Montesquieu (1689-1755) , Voltair (1694-1778) en Rousseau (1712-1767).

Montesquieu verzette zich tegen de opkomst van depotisme, hij bracht boeken uit die verboden waren door de kerk en stelde voor dat de macht in drieën verdeeld zou zijn: wetgevend, uitvoerend en gerechtelijk. Zo kwam hij langzaam in opstand en had hij een invloed op ‘de stroming’.

Voltair bespotte bijgeloof, hij had hele invloedrijke kennissen en maakte gedeeltelijk via hun werken die bijgeloof bespotte en in een slecht licht zette.

Rousseau stelde een verdeling van de macht voor binnen de regering en hun vertegenwoordigers in zijn werken die hij schreef.

 

Vraag 4: Wat is de relatie tussen de industrialisatie en de zogenaamde ‘sociale kwestie’?

Doordat er tijdens de industrialisatie mensen naar de stad gingen verhuizen (dichtbij een fabriek voor werk) ontstond er ook een grote groep stadse arbeiders die weinig loon kregen en slecht verzorgd werden. Ze werkte in een slechte werk omgeving, werkten lange uren en kregen er heel weinig voor betaald. Zo begonnen mensen na te denken over een mogelijke verandering aan dit gebeuren en ontstond de ‘sociale kwestie’; het arbeidersvraagstuk dat draaide om de kwestie hoe de slechte levens- en werkomstandigheden van arbeiders en hun gezinnen aangepakt en opgelost moesten worden.

 

Vraag 5: Wat is de mening van de stroming over nationalisme en hoe wilden en ze dit probleem oplossen?

In de negentiende eeuw was nationalisme heel normaal en vele volken deden er aan mee. Veel landen zoals Duitsland, Italië en Groot-Brittannië. Het werd erg want elk land wilde steeds meer macht. Elk land wilde meer macht en het volk was bereid er voor te sterven. Er waren mensen die dit op wilden lossen. Er waren 4 manieren om het nationalisme op te lossen: manier 1, mensen vonden de werkomgeving slecht en kwamen in opstand. Manier 2, mensen begonnen kinderarbeid van een negatieve kant te bekijken. Manier 3, de sociale wetten, die veranderde de leefomstandigheden. Manier 4, mensen begonnen de negatieve kanten van de industriële revolutie te zien en kwamen in opstand.

               

Vraag 6: Leef je in de personen in: schrijf concrete maatregelen op.

Bij grote mensen voor de nationalisme van de 20e eeuw denk je gelijk aan Hitler. Hij begon in een partij die streef voor nationalisme. Toen hij uiteindelijk aan de macht kwam ging hij er voor vechten en veroorzaakte de Tweede Wereldoorlog. Maar Hitler is niet het enige bekende persoon, een ander bekend persoon is Sir William Jones. Geboren in Engeland hij was een voorstander van het “Indian nationalism”. Het Indian nationalism is een idee bedacht in Indonesië. Het hele land zou zich moeten verzetten tegen de Britten omdat zij hun land onderdrukten.

Maar hoe kan je het nationalisme stoppen?

Wij denken dat het het beste is om gewoon iedereen zijn eigen stukje te geven. Wij denken dat als iedereen het naar zijn zin heeft landen/volken beter met elkaar omgaan en misschien zelfs vrienden worden. Maar volken moeten ook hun plaats kennen, we willen geen 3e Wereld Oorlog dus het moet ook serieus genomen worden.

 

Vraag 7: Hoe sterk was de politieke stroming in Nederland in de 19e eeuw?

Nationalisme was sterk in Nederland, mensen werden geobserdeerd met het verleden en mensen als Michiel de Ruyter kwamen in de spotlight. Er kwamen boeken en de kranten stonden vol met teksten als “Nederland is geweldig! Ze werden zelfzuchtig en de lage landen veranderde in Nederland want België ging weg. Daar hadden ze meerdere redenen voor zoals, ‘wij zijn tweetalig en jullie niet’.

Op een schaal van 1 tot 10 geef ik Nederland in de 19e eeuw een 8 voor nationalisme. Waarom een 8 en geen 10? Nou het is niet blijven hangen want nu denken we in plaats van “De gouden eeuw was geweldig” wordt het nu “gouden eeuw was slavernij”.

 

Vraag 8: Wat kun je nu nog merken van de stroming in het land van ontstaan en in Nederland? Of wat kun je juist niet merken?

Rond 1815 wil Nederland België erbij hebben, het Nationalisme is rond die tijd erg sterk. België veroveren lukt, maar 30 jaar later is het weer terug bij af. Nederland is qua nationalisme ook in logica veranderd, er is steeds meer publieke aandacht gekomen voor de nationale identiteit. Er zijn veel vragen, bijvoorbeeld: Mag Maxima zeggen dat de Nederlandse identiteit niet bestaat? En Moet Nederland weer teruggegeven worden aan de Nederlanders?

 

Vraag 9: Eindconclusie.

Deze PO was best lastig! Het is wel erg fijn, want je verdiept je in aan bepaald onderwerp, daar leer je dan ook erg veel van, zo hebben we allemaal onze eigen vragen waar we in verdiepen. Met de informatie uit je boek en van internet leer je van alles over het onderwerp waar jij mee bezig bent. In ons geval was dat nationalisme. Het is natuurlijk ook zo dat iedereen andere vragen maakt maar wel die informatie aan elkaar doorgeven, dus als het allemaal even niet lukt heb je altijd hulp! We moesten ook een filmpje kijken en een liedje luisteren waar we vragen van moesten beantwoorden. Uiteindelijk hebben onze vragen beantwoord en zodra we klaar waren hielpen we elkaar, vervolgens moesten we het inleveren. Dus we hebben veel geleerd en vinden dat we dit vaker moeten doen in plaats van een toets!